De fiscus en Vermogen op Naam

De correspondentie met de Belastingdienst aangaande fiscale verplichtingen voor een lid kunt u hier nalezen.

Met ingang van 2018 zijn Coöperaties onder bepaalde voorwaarden inhoudingsplichtig voor de heffing van Dividendbelasting. Coöperatie Topigs UA heeft de mogelijkheid gecreëerd voor Actieve Leden om lidmaatschapscertificaten bij te kopen (naast de bestaande certificaten toekenningsregeling). Deze twee ontwikkelingen zijn aanleiding geweest om de bestaande fiscale standpunten uit 2016 opnieuw met de belastingdienst af te stemmen. De belastingdienst heeft haar standpunt met ons gedeeld in een brief (25 augustus 2022).

Hieronder is een samenvatting opgenomen van de geactualiseerde fiscale standpunten. Hierbij merken wij op voorhand op dat, onder de huidige omstandigheden, er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de situatie zoals afgestemd met de belastingdienst in 2016.
Per brief van 25 augustus 2022 heeft de Belastingdienst haar standpunten als volgt bepaald.

Coöperatie Topigs UA
Bij dividenduitkeringen door Coöperatie Topigs UA is er momenteel geen sprake van inhoudingsplicht voor de heffing van dividendbelasting omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan waaronder wel inhoudingsplicht ontstaat.

Leden Natuurlijke Personen (LNP’s)
Zowel de toegekende certificaten als de bijgekochte certificaten vormen voor de LNP’s verplicht ondernemingsvermogen (waardering in Box 1 Inkomstenbelasting). De toegekende certificaten worden gewaardeerd op kostprijs, dat is nihil. Ook de bijgekochte certificaten worden gewaardeerd op kostprijs, dat is de aankooprijs.
Door Coöperatie Topigs UA uitgekeerd dividend is bij de LNP’s voor de heffing van inkomstenbelasting belast tegen de progressieve tarieven van Box 1, omdat er sprake is van verplicht ondernemingsvermogen.
Op het moment dat een LNP (al dan niet tezamen met partners) een certificatenbelang van 5% of meer verkrijgt, gaan de certificaten over van Box 1 naar Box 2. Er is dan een aanmerkelijk belang waarover in Box 1 afgerekend moet worden. Afrekening van belasting wordt dan bepaald over de waarde in het economische verkeer minus de boekwaarde. Ook ontstaat er dan voor Coöperatie Topigs UA een inhoudingsplicht voor de heffing van dividendbelasting. Het lijkt (zeer onaannemelijk dat deze situatie zich zal kunnen voordoen.

Leden Rechtspersonen (LRP’s)
De toegekende certificaten worden gewaardeerd op kostprijs, dat is nihil. De bijgekochte certificaten worden gewaardeerd op kostprijs, dat is de aankooprijs.
Door de Coöperatie Topigs UA uitgekeerd dividend is bij de LRP’s vrijgesteld voor de heffing van vennootschapsbelasting (op basis van deelnemingsvrijstelling) ongeacht het percentage van het certificatenbelang.

In 2016 heeft Coöperatie Topigs U.A. een certificatenregeling geïntroduceerd. Voor de inhoud van deze regeling wordt verwezen naar de Statuten en het  Participatieregelement Coöperatie Topigs.

In 2016 zijn de fiscale consequenties van de certificatenregeling afgestemd met de Belastingdienst. Tot en met het jaar 2017 was een Coöperatie per definitie niet inhoudingsplichtig voor heffing van dividendbelasting. 
Door een wetswijziging per 1 januari 2018 kan een Coöperatie wel inhoudingsplichtig worden voor heffing van dividendbelasting. Dat doet zich voor als de Coöperatie kwalificeert als een zogenaamde houdstercooperatie en er zogenaamde kwalificerende leden/certificaathouders zijn. Dit zou alleen gelden voor eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen (IB-ondernemers), maar Coöperatie Topigs U.A. is van mening dat er geen kwalificerende leden/certificaathouders zijn en treedt in overleg met de Belastingdienst om dit definitief vast te stellen. De uitkomst van dit overleg zal separaat worden gedeeld inclusief de met de Belastingdienst daarover gemaakte afspraak en consequenties.

Algemeen

Door invoering van de certificatenregeling individualiseert Coöperatie Topigs U.A. een deel van haar collectieve of onbenoemde eigen vermogen (algemene reserve). Een deel van het eigen vermogen wordt als ledenvermogensreserve benoemd door toekenning van certificaten op naam van individuele leden.
Het toekennen van certificaten heeft voor leden fiscale consequenties. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen Leden Natuurlijke Personen of IB-ondernemers (hierna: LNP) en Leden Rechtspersonen (hierna: LRP).

LNP: zoals eenmanszaken, vennootschappen onder firma en maatschappen;
LRP: zoals Besloten vennootschappen, Naamloze vennootschappen en Coöperaties.

Voor belastingheffing kunnen we een aantal gebeurtenissen onderscheiden:

Vermogensetikettering (1e op-naamstelling):

Het op naam stellen van eigen vermogen door het individualiseren van vermogen in de vorm van het toekennen van certificaten aan leden leidt als zodanig niet tot belastingheffing. De leden mogen de certificaten volgens goed koopmansgebruik waarderen tegen de verkrijgingsprijs of kostprijs, zijnde nihil. De certificaten zijn verplicht ondernemingsvermogen (van belang voor LNP).

Als er zich een bijzondere omstandigheid voordoet, zoals het staken of verkopen door het lid van zijn onderneming, kunnen de certificaten worden overgebracht naar het privévermogen (box III) tegen de waarde in het economisch verkeer (marktwaarde) van de certificaten op dat moment.

Verkopen/verhandelen van de certificaten, waaronder het overbreng van certificaten naar privévermogen:

Bij LNP vindt heffing van inkomstenbelasting in box 1 plaats over het verschil tussen de verkoopprijs (waarde in het economisch verkeer) en de boekwaarde of kostprijs van de certificaten. De boekwaarde is nihil volgens waardering bij het op naam stellen van certificaten. De kostprijs kan een waarde vertegenwoordigen (p.m.), zijnde de koopprijs van certificaten die ooit van een ander lid zijn aangekocht. In uitzonderlijke gevallen zou heffing van inkomstenbelasting ook in Box 2 kunnen plaatsvinden en in dat geval zou Coöperatie Topigs U.A. ook dividendbelasting moeten inhouden. Wij menen echter dat deze uitzonderlijke gevallen zich bij Coöperatie Topigs U.A. niet voordoen;

Bij LRP is een resultaat onbelast voor de heffing van vennootschapsbelasting omdat de deelnemingsvrijstelling hierop van toepassing is.

Opbrengsten uit certificaten:

Dividend ontvangen op certificaten in contanten (cashdividend):.

  • Bij LNP belast met inkomstenbelasting in Box 1 als winst uit onderneming in het desbetreffende jaar;
  • Bij LRP niet belast met vennootschapsbelasting, omdat de deelnemingsvrijstelling van toepassing is.

Dividend in de vorm van certificaten (stockdividend): Bij LNP en LRP wordt de waarde toegevoegd aan het
Ondernemingsvermogen tegen de kostprijs, zijnde nihil.

De Coöperatie is slechts in een uitzonderlijk geval inhoudingsplichtig voor dividendbelasting, waarvan Coöperatie Topigs U.A. van mening is dat zo’n uitzonderlijk geval niet van toepassing is. Er zal dus geen dividendbelasting worden ingehouden. Indien uit het overleg met de Belastingdienst andere consequenties volgen, zal dat onverwijld worden gecommuniceerd. Het toedelen van certificaten aan leden heeft voor de Coöperatie geen btw-consequenties tot gevolg.

Bovenstaande is afgestemd met de Belastingdienst per 23 december 2016, Het door de Inspecteur in 2016 ingenomen standpunt kan wijzigen als gevolg van wijzigingen in wetgeving, lagere regelging, beleidsbesluiten, ontwikkelingen in de jurisprudentie of landelijke standpunten.
De gevolgen van de wetswijziging per 1 januari 2018 worden afgestemd met de Belastingdienst, waarbij Coöperatie Topigs U.A. vermoedt dat er geen wijzigingen zullen optreden.

Geen BTW op ledencertificaten

Op grond van artikel 11, lid 1, letter i sub 2 Wet op de omzetbelasting 1968 geldt dat voor verkoop van ledencertificaten deze is vrijgesteld voor heffing van btw.
Als een ledencertificaat wordt verkocht dient op de factuur te worden verwezen naar de bepaling door bijvoorbeeld te vermelden: ‘vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, letter i, sub 2 Wet OB’